Machtig en diep - de wortels van de den
Is het niet verbazingwekkend hoe hoog een dennenboom kan worden? Haar kroon stijgt metershoog de lucht in. Maar de boom die je op het aardoppervlak kunt zien, is verre van alles. Terwijl je de stam en de met naald omzoomde kroon kunt zien, strekt zich onder je een uitgebreid wortelstelsel uit.
De wortels van de den reiken tot diep in de grondDe den - een diepe wortel
De den is diepgeworteld. Hun wortels reiken diep in de grond om zichzelf van grondwater en voedingsstoffen te voorzien. De exacte lengte van de worteldiepte is echter altijd afhankelijk van de ontwikkeling van de boom. Bepalende factoren zijn onder meer of er andere pijnbomen in de directe omgeving zijn en hoeveel de pijnboom zich moet aanpassen aan de klimatologische omstandigheden.
Verschillende wortelstelsels op verschillende bodems
Het wortelstelsel van een den is afhankelijk van de bodemgesteldheid. Afhankelijk van de aard van de conifeer vormt hij de volgende wortels:
- De den vormt een hartwortel op zware, leemachtige bodems
- Op rotsachtige of ondiepe bodems vormt de den een zeer vertakt, uitgebreid en platgestreept wortelstelsel
- De den vormt een diepe penwortel op losse, diepe grond
Optimale aanpassing door de penwortel
De penwortel kenmerkt zich door zijn enorme worteldiepte. Het groeit verticaal in de grond en vormt verschillende wortelstrengen die uit de zogenaamde radicula komen. De penwortel is typerend voor coniferen zoals de den, waardoor het een pionierboom is. Dit betekent dat de den zich ook kan aanpassen aan de meest extreme omstandigheden ter plaatse. Omdat een penwortel zich bijzonder diep in de aarde uitstrekt, geeft deze de conifeer voldoende steun om op stormachtige plaatsen te groeien. De den kan zichzelf zelfs in steenachtige bergen vasthouden en bereikt het grondwater.
Pijnboomwortels maken het moeilijk om te bewegen
Het uitgebreide, diepe wortelstelsel heeft echter ook nadelen voor zowel de tuinman als voor uzelf, want een verandering van locatie betekent voor beiden veel moeite. Overplanten wordt niet aanbevolen als uw kaak ouder is dan vijf jaar. Op dit punt zijn de wortels zo gegroeid dat de boom niet zo gemakkelijk uit de grond kan worden getrokken. Wortelstrengen moeten moeizaam met een schop worden doorgeknipt. Puin blijft waarschijnlijk in de grond achter. De kaak lijdt tijdens dit werk grote verliezen. Op de nieuwe locatie ontbreken de wortels. Er dreigt een onderaanbod waardoor de kaak kan afsterven.