Beter te weinig dan te veel: Zamioculcas goed bijmesten
Voedingsstoffen zijn essentieel voor het leven van planten. Ze nemen ze via de wortels op van het substraat, maar zijn in een vatcultuur slechts beperkt beschikbaar. Daarom zijn kamerplanten zoals Zamioculcas zamiifolia afhankelijk van een regelmatige en correcte aanvoer van mest
De Zamioculcas heeft vooral stikstof, fosfor en kalium nodigSoorten en vormen van kunstmest - voor- en nadelen
Zamioculcas heeft een kleurrijke mix van voedingsstoffen nodig om te groeien en te gedijen. De bladplanten hebben de belangrijkste voedingsstoffen stikstof, fosfor en kalium in grote hoeveelheden nodig. Andere voedingsstoffen zoals ijzer of mangaan zijn daarentegen alleen in kleinere doses nodig. Ze staan ook bekend als sporenelementen. Deze voedingsstoffen moeten in een evenwichtige verhouding tot elkaar staan, anders kunnen groeistoornissen optreden. Bladplanten zoals Zamioculcas hebben een goede groenplantenmest nodig die bij voorkeur de bladgroei ondersteunt. U kunt meststoffen voor de korte of lange termijn gebruiken:
- Bij kortdurende minerale meststoffen kunnen de voedingsstoffen direct door de planten worden opgenomen, maar ook snel opgebruikt. Daarom moeten dergelijke meststoffen met regelmatige tussenpozen worden toegevoegd, wat geldt voor de meeste vloeibare meststoffen. Deze worden aan het gietwater toegevoegd en bereiken snel de wortels.
- Bij meststoffen met langzame afgifte zijn de voedingsstoffen slechts geleidelijk beschikbaar voor de planten, maar voor een langere periode. Hun voordeel is dat bemesting zelden nodig is. Ze worden meestal toegediend als korrels die in het substraat worden gemengd of als gemakkelijk te gebruiken meststokken (€ 1,49 bij Amazon *) of druppels die je gewoon in de aarde drukt.
Correct doseren en bemesten
De Glücksfeder wordt optimaal aangevoerd met een vloeibare complete meststof voor groenplanten of een bijbehorende langdurige meststof. Vloeibare mest moet ongeveer om de vier weken worden gegeven. Volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant met betrekking tot de dosering en meng de mestoplossing eerder te zwak dan te sterk. Houd u aan de beproefde regel dat het beter is om spaarzaam vaak dan zelden in hoge concentraties te bemesten. De meststof in principe alleen in het substraat toedienen; spetters die per ongeluk op de bladeren komen, dienen direct met veel schoon water afgespoeld te worden.
Wanneer het beter is om niet te bemesten
Soms doet bevruchting meer kwaad dan dat het helpt. Zo krijgen pas verpotte planten de eerste bemesting pas na zes tot acht weken - op zijn vroegst. Tot die tijd voeden ze zich met de voorraden die beschikbaar zijn in het verse substraat. Planten die ziek zijn of besmet zijn met ongedierte, worden ook niet bemest. Pas als je weer gezond bent, verhoog je geleidelijk de hoeveelheid kunstmest. Ook vers stekje blijft onbevrucht, omdat het sowieso geen voedingsstoffen kan opnemen. Ook in de winter is er geen bemesting.
Advies
Bij overbemesting de lucky spring oppotten, de overbemeste grond zoveel mogelijk verwijderen en de plant daarna weer op vers substraat zetten.