Lelietje-van-dalen: planten en verzorgen
De tere lelietje-van-dalen met zijn puur witte bloemen is een symbool van puurheid en onschuld in de taal van bloemen, daarom wordt op Moederdag vaak een boeket van deze mooie bloemen weggegeven. In ieder geval heeft de mooie vaste plant zijn belangrijkste bloeitijd in de vrolijke maand mei en laat daarbij vaak zijn bloeiende pracht over een groot gebied zien. In de tuin blijkt onze inheemse lelietje-van-dalen een gemakkelijk te verzorgen vroege bloeier die na verloop van tijd de bedden helemaal zelf overwint. Maar pas op: de onschuldig uitziende plant is zeer giftig.
Lelietje-van-dalen sieren in het voorjaar onze bossen en tuinenOorsprong en betekenis
De lelietje-van-dalen (bot. Convallaria majalis) komt voor in bijna heel Europa en ook in delen van Azië en Noord-Amerika, voornamelijk in eiken- en beukenbossen. De soort komt zelden voor in Zuid-Europa en komt vooral voor in de valleien van de bergen op hoogtes tot 1.900 meter - waarnaar de Latijnse naam verwijst, omdat "Convallaria" zoiets als "dalbekken" betekent. De planten vormen op hun natuurlijke locaties grote groepen, maar staan onder natuurbescherming en mogen daarom niet geplukt of verwijderd worden. Als snijbloem mag u in tuinen gekweekte exemplaren alleen voor sierdoeleinden gebruiken.
In de christelijke symboliek speelt het lelietje van dalen, ook wel de bloem van Maria genoemd, een grote rol en staat voor de onschuld en zuiverheid van Maria, Moeder Gods. Deze betekenis is overgenomen in de taal van bloemen, daarom staat de bloem tegenwoordig over het algemeen voor een intieme, kuise liefde. Vroeger was de lelietje-van-dalen ook een symbool van de geneeskunde, daarom werden er vaak belangrijke genezers met de bloem afgebeeld.
Gebruik
Omdat de lelietje-van-dalen het liefst op een nogal schaduwrijke plek in de tuin staat, zoals op zijn natuurlijke locatie, moet je hem vooral gebruiken voor het onderplanten van houtachtige planten. Vooral de snelgroeiende vaste planten in gezelschap en druifhyacinten (bot. Muscari) en tulpen (bot. Tulipa), maar ook de voorjaarsherdenking (bot. Omphalodes verna), de alpenelfbloem (bot. Epimedium alpinum), zien er bijzonder mooi uit Echt lievevrouwebedstro (bot. Galium odoratum) of de kleine maagdenpalm (bot. Vinca minor) resulteren in onderscheidende combinaties die elk jaar opnieuw te bewonderen zijn.
Uiterlijk en postuur
Meibloem, meiroos of zelfs meilelie: de lelietje-van-dalen heeft vele namen, aangezien het ooit voor veel mensen een belangrijke rol speelde in de symbolische taal van bloemen. De kleine vaste plant is tussen de 15 en 25 centimeter hoog, waarbij vanaf half april de lange, lancetvormige bladeren uit de meerjarige onderstam ontspruiten. De veelal donkergroene bladeren hebben een glanzend bovenoppervlak en dicht bij elkaar geplaatste, gewelfde bladnerven. Ze worden altijd in paren aan elkaar gekweekt en omgeven door een schutblad. Tussen de bladeren loopt de wat hogere bloemsteel uit, waarop tussen mei en juni tussen de vijf en 13 kleine, witte bloemetjes staan met de karakteristieke klokvorm. Ze verspreiden een aangenaam zoete geur. Vanaf juli verschijnen de felrode bessen, die vogels graag eten.
Toxiciteit
De mooie lelietje-van-dalen is zeer giftig en potentieel dodelijk, vooral voor kinderen en dieren. Alle delen van de plant bevatten convallatoxine als het belangrijkste actieve ingrediënt, evenals andere hartglycosiden, waarbij de felrode bessen een gevaarlijke verleiding vormen, vooral voor kinderen. Maar zelfs boeketten lelietje-van-dalen zijn gevaarlijk, omdat de gifstoffen van de plant in het bloemenwater terechtkomen - en kinderen kunnen het drinken of er op een andere manier mee in aanraking komen. Vergiftiging uit zich in misselijkheid, braken en diarree, maar ook in visuele stoornissen en duizeligheid, waarbij niet alle symptomen tegelijk hoeven op te treden. Bij ernstige vergiftiging kunnen hartritmestoornissen tot en met hartstilstand optreden, maar fatale gevolgen zijn zeer zeldzaam.
Lelietje-van-dalen als medicinale plant
De lelietje-van-dalen wordt echter al sinds de oudheid in de geneeskunde gebruikt. Zelfs vandaag de dag zijn dergelijke preparaten belangrijke medicijnen voor hartaandoeningen en worden verondersteld te helpen bij de behandeling van hartritmestoornissen en hartinsufficiëntie. De hartversterkende werking van de plant - in de juiste dosering - is al eeuwen bekend en werd in de 16e eeuw beschreven door Hieronymus Bock. U mag echter nooit zelf remedies maken van lelietje-van-dalen, omdat de grens tussen genezend en giftig is buitengewoon fijn en een mogelijk fatale overdosis kan gemakkelijk optreden.
Maak onderscheid tussen lelietje-van-dalen en daslook
De lente is het seizoen van wilde knoflook en sommige mensen gaan met manden en messen het bos in om de aromatische wilde knoflook te oogsten. Maar pas op: de bladeren van wilde knoflook lijken erg op die van het lelietje van dalen, zodat onwetende mensen zichzelf elk jaar onbewust vergiftigen. Hoewel de bladeren van daslook - in tegenstelling tot die van het lelietje van dalen - een onmiskenbare knoflookgeur hebben, kleeft deze snel aan de handen wanneer ze worden verzameld - en is het praktisch onmogelijk om ze te onderscheiden met een geurtest. Het is daarom essentieel om op de volgende kenmerken te letten om verwarring te voorkomen:
- Ontluikend: daslookspruiten van februari / maart, lelietje-van-dalen daarentegen pas vanaf half april
- Bladsteel: daslook heeft groen-witte bladstelen zonder bladschede, die van de lelietje-van-dalen is bedekt met een vliezige, groenachtige tot bruinachtige bladschede
- Bladeren: Bij daslook staan de bladnerven ongeveer drie tot vier millimeter uit elkaar, die van het lelietje-van-dalen daarentegen zijn heel dicht bij elkaar en de bladeren van lelietjes-van-dalen zijn vaak donkerder van kleur en hebben een glanzende kleur. onderkant
- Wortels: daslook is een van de bolgewassen, terwijl lelietje-van-dalen wortelstokken ontwikkelen die bijna horizontaal uitsteken
Locatie en bodem
Als typische bosplant geeft de lelietje-van-dalen de voorkeur aan een gedeeltelijk beschaduwde tot schaduwrijke plek in de tuin, waarvan de grond zo vers tot vochtig mogelijk is, kalkarm en humusrijk. Ideaal is een zure pH-waarde tussen 4,5 en 6. De standplaats mag echter ook niet te schaduwrijk zijn, want bij onvoldoende zonlicht neemt de bloei af. Intensieve zonnestraling 's middags moet ook worden vermeden. Magere grond kan heel goed worden opgewaardeerd met compost, wat klei en eventueel zand. Plant de bloem onder bomen of in de halfschaduw van sierheesters.
Cultuur in de pot
Op het balkon of terras kan de mooie lelietje-van-dalen ook in een kuip of andere plantenbak worden gekweekt, zolang het daar maar niet te zonnig of warm wordt. Plant hiervoor de wortelstokken horizontaal in de pot die je eerder hebt gevuld met een mengsel van compost en een beetje zand. Kies een pot die zo breed mogelijk is en minimaal 12 centimeter in doorsnee zodat de planten voldoende ruimte hebben voor de vorming van jonge boompjes. Bedek de wortelstok met een klein beetje aarde en laat je ogen een beetje uit het substraat gluren. Het substraat daarentegen moet goed vochtig worden gehouden, maar in geen geval nat om rot te voorkomen.
Trouwens: als je de lelietje-van-dalen wortelstok in november of december in een plantenbak plant en op de vensterbank kweekt bij ongeveer 20 graden Celsius, bloeit de plant veel eerder. De plant heeft echter een koudeprikkel nodig om bloemen te ontwikkelen, anders zijn alleen bladeren te zien. Zet de lelietje-van-dalen na de bloei weer buiten of plant hem uit.
Plant lelies op de juiste manier
De tere lelietje-van-dalen plant je het beste in de herfst ervoor, zodat de bloemen de koude prikkel krijgen die nodig is voor de bloei. Houd de plantafstand tussen de afzonderlijke planten aan van minimaal tien centimeter en vergeet de wortelstokbarrière niet: de groeikrachtige lelietje-van-dalen verspreiden zich zeer snel door uitlopers, verdringen andere planten en kunnen daardoor hinderlijk worden. Als alternatief kunt u de omliggende grond regelmatig met een schop doorboren om te voorkomen dat de onderstammen zich verspreiden. Ga anders bij het planten als volgt te werk:
- Graaf een plantgat van ongeveer tien centimeter diep.
- Verhoog volwassen compost onder de uitgegraven aarde.
- Zet de wortelstokken horizontaal in het plantgat met je ogen naar boven gericht.
- Vul het plantgat in en druk de aarde licht aan.
- Geef overvloedig water.
meer
Water geven en bemesten
Lelietje-van-dalen zijn aangenaam onderhoudsarm en hebben, eenmaal geplant en gekweekt, nauwelijks meer aandacht nodig. Geef vooral jonge, vers geplante exemplaren voldoende water zodat ze goed groeien. Bemesting is in principe niet nodig, maar je kunt de planten die in de herfst zijn aangetrokken wel afdekken met een dikke laag compost of bladgrond en zo zorgen voor verse voedingsstoffen.
Snijd de lelie van de botten op de juiste manier
Verwijder na de bloei de afgestorven scheuten om te voorkomen dat de zeer giftige bessen zich ontwikkelen. Verdere snijmaatregelen zijn niet nodig.
meer
Verspreid lelietje-van-dalen
Eenmaal uitgeplant, planten lelietje-van-dalen zich vanzelf voort en moeten ze worden beperkt in hun verspreiding. Voor een gerichte vermeerdering gaat u echter het beste te werk zoals hieronder beschreven:
- Graaf de wortelstokken op die plat in de grond liggen.
- Til hiervoor de plant en wortelstok met een graafvork uit de grond.
- De beste tijd hiervoor is na de bloeiperiode in juni of juli.
- Snijd enkele wortels in grotere stukken.
- Graaf op de nieuwe locatie ongeveer tien centimeter diepe plantgaten.
- Leg de wortelstukjes er een voor een in.
- Vul de plantgaten opnieuw met compost.
Als alternatief kunt u eenvoudig afzonderlijke stukken van een grotere lelietje-van-dalenplantage scheiden en apart planten. Gemiddeld ontwikkelen zich tot zes jonge plantjes vanaf een stuk wortel van circa 15 centimeter.
meer
winter doorbrengen
Lelietje-van-dalen zijn absoluut winterhard en hebben geen winterbescherming nodig. Voorkomen moet worden dat specimens die alleen in potten en andere plantenbakken worden gekweekt, door het substraat en dus de wortels bevriezen. Plaats hiervoor de kuipen op een koele en lichte plaats, bijvoorbeeld op een vensterbank, in een kas of in een wintertuin, of wikkel de container in met een vorstisolerend materiaal en plaats deze op een dikke ondergrond van hout of piepschuim.
Ziekten en plagen
Lelietje-van-dalen zijn behoorlijk vatbaar voor bepaalde schimmelziekten, zoals de roestschimmel Puccinia sessilis var. Sessilis of grijze schimmel (Botrytis cinerea). De behandeling wordt altijd uitgevoerd door aangetaste planten krachtig te snoeien, die nooit met de compost mogen worden weggegooid - hier overleven de schimmelsporen en worden uiteindelijk met de rijpe compost verder in de tuin verspreid. Gooi geïnfecteerd plantmateriaal altijd in de prullenbak of verbrand het. Aan de andere kant, als je kleine, glanzende rode kevers op je lelietje-van-dalen ontdekt, is het de zogenaamde leliekip. Deze plaag en zijn larven kunnen heel goed worden verdreven met een krachtige waterstraal uit de tuinslang of door opgedroogd koffiedik te strooien.
Advies
Lelietje-van-dalen zijn zeer goede, duurzame snijbloemen. Snijd hiervoor slechts licht geopende bloemstengels af en krab ze lichtjes aan. Je kunt de bloemen alleen in een vaas verzorgen, maar je kunt ze ook samen met andere planten zoals gerbera's of varens in een boeket schikken. In dit geval moet u de giftige lelietje-van-dalen echter eerst een paar uur apart plaatsen om de gifstoffen weg te spoelen. Giet dan het vaaswater weg. Sering daarentegen kan niet worden gecombineerd met lelietje-van-dalen, omdat het snel verwelkt in de buurt van de giftige vaste plant.
Soorten en variëteiten
Tot 1994 behoorde de lelietje-van-dalen (bot. Convallaria majalis) vanuit botanisch oogpunt tot de leliefamilie, maar sindsdien is het toegewezen aan het geslacht Convallaria binnen de aspergefamilie (bot. Asparagaceae), die alleen drie soorten. Alleen de soort Convallaria majalis en twee ondersoorten behoren tot deze groep, waarvan Convallaria majalis var. Keiskei tussen Siberië en Japan en Convallaria majalis var. Montana inheems zijn in delen van de VS.
Lelietje-van-dalenvariëteiten
Als sierplant worden echter alleen de verschillende soorten Convallaria majalis gebruikt, hoewel deze meestal alleen verkrijgbaar zijn bij speciaalzaken: In het tuincentrum kunt u alleen de soort krijgen zonder aan een ras toegewezen te zijn. Toch is het de moeite waard om uit te kijken naar variëteiten van de mooie vaste plant:
- 'Bridal Choice': tot 12 witte, delicaat geurende bloemen, diepgroen blad
- 'Fortins Giant': ook wel "Giant Lily of the Valley", lange steel met bijzonder grote, geurende individuele bloemen
- 'Grandiflora': bijzonder grote, witte bloemen met een sterke geur, groen blad
- 'Hardwick Hall': aantrekkelijk ras met witte bloemen, donkergroen blad met een witte rand
- 'Hitscherberger Riesenperle': veel witte bloemen, lange bloemstengel, groen blad, perfect als snijbloem
- 'Hofheim': witte bloemen, lichtgroen blad met een geelwitte bladrand
- 'Lineata': witte bloemen, groen blad met gele verticale strepen
- 'Plena': mooie variëteit met dubbele, roze-witte bloemen, groen blad
- 'Prolificans': dubbele, witte bloemen met groen blad
- 'Rosea': kleine, delicate roze bloemen, groen blad
- 'Silberconfolis': groeikrachtige variëteit met veel witte bloemen, groen blad met een zilverachtige rand
- 'Vierländer Glockenspiel': een ras speciaal gekweekt om te snijden met witte bloemen, lange stelen en groen blad
Japanse lelietje-van-dalen (bot. Reineckea carnea)
Soms is er ook een soort die bekend staat als "Japanse Lelietje-van-dalen" in de handel, een soort met de botanische naam Reineckea carnea, die slechts in de verte verwant is aan Convallaria majalis. Het lijkt echter niet op onze inheemse lelietje-van-dalen en bloeit ook niet in de zalige maand mei. De vaste plant, die een hoogte van ongeveer 30 centimeter kan bereiken, verspreidt zich net zo veel als het lelietje van dalen en geeft de voorkeur aan een gedeeltelijk schaduwrijke standplaats met een frisse, humusrijke ondergrond. De subtiel geurende bloemstelen, die aan orchideeën doen denken, verschijnen pas laat in de zomer en bloeien tot ver in oktober. Het smalle blad is groenblijvend.
Valse lelietje-van-dalen (bot. Polygonatum odoratum)
Uiterlijk lijkt het erg op het lelietje-van-dalen - en ook verwant aan het - is het Salomo's zegel, ook inheems bij ons, dat ook bekend staat als witte specerij. Het geslacht omvat drie soorten, waarvan de echte Salomonszegel (bot. Polygonatum odoratum) in het wild voorkomt, vooral in bossen, aan de randen van bossen en soms ook op weilanden. De groengele bloemen verschijnen tussen april en juni en verspreiden een delicate geur, daarom wordt de soort ook wel geurige witte wortel genoemd. Je kunt deze mooie vaste plant af en toe in de winkels kopen onder de naam False Lily of the Valley. De kweekomstandigheden van beide soorten lijken erg op elkaar.
Tweebladige schaduwbloem (bot. Maianthemum bifolium)
Deze kleine, aantrekkelijke vaste plant wordt ook tot de Convallariaceen gerekend en is daarom zowel verwant aan de lelietje-van-dalen als qua uiterlijk erg op elkaar. In de natuur komt de groepsvormende plant steeds vaker voor in veel bossen op zure, voedselrijke bodems. Hij is ook zeer geschikt voor een teelt in de tuin en verspreidt zich hier snel dankzij zijn krachtige wortelstokken. De soort wordt slechts ongeveer 15 centimeter hoog en vormt talrijke witte, delicaat geurende bloemen die verschijnen tussen mei en juni. De al even giftige wilde struik wordt echter zelden in de tuin aangetroffen.
Sterlelietje van dalen (bot.Speirantha gartdenii)
Dit is ook geen echte lelietje-van-dalen, maar een verwante soort, ook toegewezen aan de Convallariaceae De sterlelietje-van-dalen heeft zijn thuis in China en vormt tussen mei en juni talrijke mooie, licht geurende bloemsterren. De vaste plant wordt tot 30 centimeter hoog en kan heel goed worden gesocialiseerd met lelietje-van-dalen en zijn verwanten. Zoals alle leden van de plantenfamilie is ook deze mooie bloem zeer giftig.