Eendjes grootbrengen
Jonge eenden verliezen snel het contact met hun familie tijdens wandelingen op het land als ze worden gestoord door vrijlopende honden of in het verkeer. Als er geen acuut levensgevaar is, moeten de vogels met rust worden gelaten.
Een eendje mag nooit alleen worden grootgebrachtHandel niet te snel
Eenden in de tuin zijn niet ongewoon in steden. Als je een meid vindt die in de steek gelaten lijkt te zijn, doe dan niet overhaast. De moeders laten hun jongen achter als ze worden opgeschrikt door roofdieren zoals katten, roofvogels of marters. In de meeste gevallen komen ze voor onbepaalde tijd terug. Dit kan minuten of uren duren. De familie vindt elkaar weer door geschreeuw. Omdat wilde eenden een beschermde diersoort zijn en onder de Natuurbeschermingswet vallen, is ophalen verboden.
Vermijd alleen grootbrengen
Eenden zijn onder degenen die het nest ontvluchten en het nest korte tijd na het uitkomen verlaten. Ze groeien op met hun soortgenoten en leren van elkaar belangrijke overlevingsstrategieën. Daarom mogen eendjes niet individueel worden grootgebracht door mensen. Een dergelijke aanpak brengt het risico met zich mee dat de vogels geen overlevingskans hebben in de natuur nadat ze in het wild zijn uitgezet. Neem contact op met een natuurbeschermingsorganisatie om een geschikte opfokplaats voor verwaarloosde dieren te vinden.
feeding
Jonge eendjes voeden zich aanvankelijk met insectenlarven. Later vormen weidekruiden en waterplanten, granen en insecten het hoofdbestanddeel van het menu. Kamille thee en zachtgekookte groenten, die niet gekruid mogen worden, zijn geschikt voor het verzorgen van verzwakte dieren. Als het jonge dier zelfstandig in de tuin kan rondrennen, zoekt het naar groen, wormen en slakken.
U kunt voeren:
- gekookte aardappelen en eieren met komkommer
- gehakseld gras, brandnetels en paardebloemen
- Speciaal voer voor pluimvee
- geweekte paneermeel als ze ongezouten zijn
Advies
De kleine wilde eenden hebben constant vers water nodig. Bied ze verschillende ondiepe kommen aan die niet meer dan drie centimeter diep zijn.
Opfokvoorwaarden
Eendjes hebben een warmtebron nodig. De temperatuur moet constant 20 graden Celsius zijn. Een infraroodlamp met 60 tot 80 watt zorgt voor optimale warmtecondities in de eerste twee tot drie weken van het leven. Vers en droog beddengoed is net zo belangrijk, zodat de kleintjes het niet te koud krijgen. Zorg ervoor dat er geen tocht in de kamer is.