Een boom verplanten - voorbereiding en implementatie
"Je transplanteert geen oude boom", zegt de volkstaal - en hij heeft gelijk. Het verplaatsen van een boom die al vele jaren op zijn plaats staat, moet zorgvuldig worden overwogen. Aan deze maatregel zijn immers aanzienlijke risico's verbonden, aangezien veel bomen daarna niet meer groeien. Aan de andere kant heb je betere kaarten met jonge bomen die pas vijf jaar op hun vorige locatie hebben gestaan - hier is het slagingspercentage aanzienlijk hoger. Met een goede voorbereiding en grondige zorg zou er echter niet veel mis moeten gaan bij het verplanten van een ouder exemplaar.
Kleine bomen kunnen nog relatief gemakkelijk worden verplaatstVoorbereiding
De belangrijkste reden waarom veel bomen niet meer groeien en afsterven nadat ze zijn verplaatst, zijn de wortels. Hoe langer een boom op zijn plaats staat, hoe verder en, afhankelijk van het type wortel, hoe dieper de wortels zich verspreiden. Bij het verplanten dienen deze uiteraard afgesneden te worden zodat een groot deel van de bovengrondse delen van de plant achteraf niet meer aangevoerd kan worden. Dit effect kan echter worden geminimaliseerd met de juiste voorbereiding.
Root-educatie
Dit omvat het verhogen van de wortels om een compacte baal te vormen die tijdens het verplaatsen in zijn geheel wordt bewogen. Het voordeel is dat er minder wortels worden gekapt en de boom gemakkelijker teruggroeit. En zo werkt het:
- Graaf vorig jaar een sleuf van minimaal 50 centimeter diep rond de boomstam.
- De straal moet ongeveer gelijk zijn aan die van de kroonomtrek (bij loofbomen) of minimaal 30 tot 50 centimeter (bij coniferen).
- Snijd bestaande wortels door met een scherpe schop.
- Vul de sleuf met volwassen compost of goede, voedselrijke potgrond.
- Giet grondig.
Binnen een jaar vormt de boom tal van nieuwe fijne wortels, die echter compact aan de bal blijven en daardoor gemakkelijker te verplaatsen zijn.
Verminderen
Een onderdeel van de voorbereiding is ook het snoeien, dat moet onmiddellijk voor het verplanten worden gedaan. Niet elke boom kan deze maatregel echter verdragen, dus voor veel naaldboomsoorten is het beter om deze stap achterwege te laten. Loofbomen daarentegen worden met ongeveer een derde ingekort. Zo'n plantensnoei is logisch, omdat door de verplaatsing wortels verloren gaan en de resterende problemen voor de bovengrondse delen van de plant moeten zorgen - in plaats van hun energie te steken in het kweken op de nieuwe locatie.
Implementatie - Dit is hoe u te werk gaat bij het verplanten
Het daadwerkelijke verplanten kan het beste in de herfst of het vroege voorjaar worden gedaan. Zo werkt dat:
- Graaf de greppel van het voorgaande jaar op.
- Snijd eventuele wortels door met een scherpe schop.
- Dit geldt ook voor wortels die naar beneden groeien,
- Daarbij prik je de schop schuin naar beneden.
- Sterke, dikke wortels moeten worden blootgelegd en met een zaag of bijl worden gesneden.
- Pak nu een graafvork en maak de kluit rondom los.
- Til de boom eruit, indien mogelijk met hulp van andere mensen.
- Graaf een voldoende groot plantgat.
- Maak de aarde aan de onderkant van het gat en aan de zijkanten goed los.
- Water bijvullen en weg laten sijpelen.
- Meng het uitgegraven materiaal met compost en hoornkrullen.(€ 24,99 bij Amazon *)
- Plant de boom opnieuw en bind hem eventueel vast.
- Water grondig en grondig.
Advies
Als de boom de bladeren in de eerste uren en dagen na het verplanten laat hangen, misschien zelfs een paar bruin verkleurt en eraf valt, is dit normaal. Het zou echter snel moeten herstellen. Veel water geven en mulchen van de boomschijf zal helpen.