Nestvaren: geschiedenis en zorg
De nestvaren (bot. Asplenium nidus) siert het huis met heldergroene bladeren die zijn gerangschikt in weelderige rozetten en met de jaren steeds indrukwekkender worden. De decoratieve bladplant is geschikt als ongecompliceerde kamer- en kuipplant, die in de zomermaanden ook een geschikte plek vindt op het balkon of terras. In dit artikel leest u hoe u de mooie plant op de juiste manier verzorgt.
De nestvaren brengt de zomer graag buiten doorHerkomst en distributie
De nestvaren (bot. Asplenium nidus) is een soort varen uit de gestreepte varenfamilie (bot. Aspleniaceae) die in de prehistorie wijdverspreid was. De kamerplant en kuipplant die bij ons populair is vanwege zijn eenvoud en zijn statige, groene plukje bladeren komt uit de tropische streken van Azië, Australië en Afrika, waar hij groeit en deels als peridoot op bomen (bot. Epifyt) of rotsen ( bot Lithophyte) zeer vaak. De nestvaren is een van de belangrijkste habitats voor veel boomkikkersoorten, aangezien de amfibieën het nodige vochtige en koele microklimaat vinden in de varenbladtrechters.
Uiterlijk en postuur
De nestvaren, die in zijn natuurlijke omgeving epifytisch groeit, kan aanzienlijke afmetingen bereiken en wordt zelfs in binnenkweek vaak tussen de 90 en 100 centimeter hoog. De plant ontwikkelt een dichte rozet van sterke groene bladeren, de zogenaamde varenbladeren, die groeien uit een sterke, houtachtige wortelstok. Naast de bladeren heeft de wortelstok ook tal van luchtwortels die een dichte kluwen kunnen vormen. Nestvarens groeien aanvankelijk rechtop, maar de bladeren, die steeds langer worden, gaan bij het ouder worden iets overhangen.
gebladerte
De lange, golvende bladeren van de nestvaren ontstaan uit een trechtervormige, basale rozet en groeien min of meer rechtop. De nestvormige bladtrechter heeft een belangrijke functie voor de nestvaren, want daar verzamelen zich zowel regenwater als plantenresten. Deze zorgen ervoor dat de plant van vocht en voedingsstoffen wordt voorzien. De lancetvormige bladeren kunnen tot 120 centimeter lang en tot 30 centimeter breed worden.
Bloemen, bloeitijd en fruit
Zoals alle varens ontwikkelt de nestvaren geen bloemen en is daarom een pure bladplant. Asplenium nidus zelf vermenigvuldigt zich echter via sporen die in groepen in langwerpige sporenbedden aan de onderkant van de lange bladeren rechts en links van de hoofdnerf zitten.
Toxiciteit
Nestvaren is - zoals bijna alle echte varens - niet giftig. In sommige Aziatische streken, bijvoorbeeld in de bergachtige streken van Taiwan, worden de bladeren van oudsher zelfs als groente bereid.
Welke locatie is geschikt?
Vanuit botanisch oogpunt behoren varens - en dus ook de nestvaren - tot de schaduwplanten. Dat betekent echter niet dat ze helemaal zonder licht kunnen. In zijn natuurlijke habitat gedijt de nestvaren onder de bescherming van de hoge oerwoudbomen, maar krijgt hij toch voldoende zonlicht voor zijn weelderige groei. De plant voelt zich het prettigst in halfschaduw of lichte schaduw, alleen directe zon moet worden vermeden - dit veroorzaakt brandwonden op de tere varenbladeren. Een plekje bij een raam op het noorden is perfect. Door de hoge luchtvochtigheid voelt de plant ook goed aan in de badkamer. Houd de luchtvochtigheid het hele jaar hoog met minimaal 60 procent, beter tot 80 procent, en zorg voor warme temperaturen tussen de 18 en 25 graden Celsius. Ook de nestvaren kan geen tocht verdragen.
Substraat
Als het om het juiste substraat gaat, is nestvaren niet zo veeleisend. De plant gedijt in principe in alle in de handel verkrijgbare potgrond, mits deze humus bevat in plaats van turf en wordt gemengd met geëxpandeerde kleikorrels, grind of zand om de doorlaatbaarheid te verbeteren. Je moet ook een laag geëxpandeerde klei op de bodem van de pot toevoegen voor een betere afvoer (€ 21,95 bij Amazon *) of giet er grind in. Omdat de nestvaren, zoals veel tropische orchideeënsoorten, ook een epifytische soort is, kun je de plant ook op grove orchideeëngrond zetten.
Planten en verpotten
Omdat de nestvaren erg langzaam groeit en geen sterk wortelgestel ontwikkelt, hoef je hem maar om de twee tot drie jaar naar nieuwe grond te verplaatsen - uitzondering: je geeft de plant water met kalkhoudend kraanwater, daarna is jaarlijks verpotten in vers substraat aan te raden . Net als andere epifyten is de nestvaren erg gevoelig voor kalk. Een grotere plantpot is daarentegen alleen nodig als de fijne wortels al uit de oude container groeien. De nieuwe pot mag niet te groot zijn, een maat groter dan de oude is voldoende.
Verwijder bij het planten en verpotten zoveel mogelijk van het oude, gebruikte substraat en steriliseer het nieuwe in de oven (30 minuten op 150 graden Celsius) of in de magnetron (10 minuten op 800 watt) ter bescherming tegen ongedierte en ziekteverwekkers. Je moet ook zonder plantenbak doen en de bak op een schaal met stenen en water zetten om de luchtvochtigheid te verhogen.
De nestvaren water geven
Als typische regenwoudplant moet de kluit van de nestvaren altijd licht vochtig worden gehouden, maar nooit nat - deze gevoelige plant verdraagt helemaal geen wateroverlast. Laat het substraat tussendoor een beetje uitdrogen voordat je weer water geeft of weer gaat duiken. Vooral tijdens de warme zomermaanden heeft de nestvaren vaak een hoge waterbehoefte en kan daarom af en toe met zijn kluit in een emmer water gedompeld worden. Let bij het schenken op deze tips:
- Gebruik indien mogelijk alleen water met een beetje kalk.
- Gefilterd of oud kraanwater of regenwater werken goed.
- Gewoon kraanwater kan ook worden gebruikt.
- Wel elk jaar verpotten in vers substraat.
- Anders zullen er symptomen van een tekort zijn.
- Geef altijd water op kamertemperatuur, nooit met koud water.
Zorg er daarnaast voor dat u altijd van onderaf en direct op het substraat water geeft, de tere varenbladeren mogen niet nat worden gemaakt.
spray
In het regenwoud is de luchtvochtigheid natuurlijk erg hoog. Zodat de nestvaren ook in uw woonkamer prettig aanvoelt, moet u daar soortgelijke omstandigheden creëren. Hiervoor zijn eenvoudige methoden geschikt, die vooral geschikt zijn tijdens het winterse stookseizoen (en de daarbij behorende droge kamerlucht):
- Installeer een luchtbevochtiger.
- Installeer een binnenfontein.
- Dit kunt u eenvoudig zelf bouwen.
- Zet kommen op die gevuld zijn met kiezelstenen of edelstenen en water.
- Zet de plantpot op zo'n stenen schaal in plaats van in een plantenbak.
- Deze kom moet groter zijn dan de pot zodat het water kan verdampen.
- De wortels van de nestvaren mogen echter nooit in het water staan.
Veel tropische kamerplanten moeten regelmatig met een fijne nevel worden besproeid om de luchtvochtigheid hoog te houden. Doe dit echter niet met de nestvaren, omdat de gevoelige bladeren een dergelijke behandeling niet verdragen en dan lelijke bruine vlekken krijgen.
Bemest de nestvaren goed
Regelmatige bemesting van de nestvaren is niet nodig in het eerste jaar na het verpotten of als deze jaarlijks is verpot in vers substraat. Pas vanaf het tweede jaar geef je de plant tussen april en september een vloeibare, zwak gedoseerde groenplantenmest, die je idealiter samen met het gietwater toedient. Een dosis van ongeveer elke twee tot drie weken is volkomen voldoende. In de tweede helft van het jaar ofwel elke zes tot acht weken heel licht bemesten of helemaal niet.
Snijd de nestvaren correct af
Regelmatig snoeien van de nestvaren is niet nodig en ook niet zinvol. Dus je moet de grootte of omvang van de plant niet met behulp van een schaar willen beperken, want dan blijft er een ongelijk gevormde bladtrechter achter. Uitgedroogde varenbladeren verwijder je alleen direct aan de basis, maar je moet niet in de nog groene bladeren snijden. Eenmaal bijgesneden, groeien de bladeren niet meer terug.
Verspreid nestvaren
Varens kunnen niet vegetatief of via zaden worden vermeerderd. De enige manier om zich te vermenigvuldigen is via de sporen aan de onderkant van het blad. Je hebt echter veel geduld nodig, want het kan wel een jaar duren voordat het nageslacht herkenbaar is als nestvaren. En zo werkt het:
- Voortplanting is alleen mogelijk met volwassen sporen.
- U kunt ze herkennen aan het feit dat ze gemakkelijk afstoffen.
- Snijd een sporen-dragende schijf af.
- Doe het in een papieren zak en laat het een paar dagen drogen.
- Gedurende deze tijd worden de sporen losgemaakt en kunnen ze worden gezaaid.
- Goed bevochtigd zand is geschikt als ondergrond.
- Nestvaren is een lichte kiem, dus bedek de sporen niet met substraat.
- Dek de bloempot af met glas of folie.
- Zet hem in de schaduw en minimaal 22 graden Celsius warm.
Gooi de ondergrond niet weg als het oppervlak na enkele maanden lichtgroen wordt. Dit zijn geen schimmels, maar de zich ontwikkelende jonge planten. Deze zijn echter pas na enkele maanden als zodanig te herkennen. Plant ze in aparte potten zodra ze een hoogte van ongeveer drie centimeter hebben bereikt.
Advies
Als de nestvaren comfortabel aanvoelt op zijn locatie, mag u deze in geen geval verplaatsen. De plant kan zeer gevoelig reageren op een dergelijke verstoring met uitdrogende bladeren. U kunt de plantpot echter om de paar dagen draaien voor een gelijkmatige groei.
Soorten en variëteiten
Meestal wordt alleen de soort Asplenium nidus in de handel aangeboden, aangezien er maar een paar soorten bestaan. Deze verschillen in hoogte en de vorm van hun bladeren, die meestal min of meer golvend zijn. Bijzonder interessant is bijvoorbeeld het ras 'Crissie', omdat het sterk omzoomde bladpunten heeft en er daardoor nogal eigenaardig uitziet.
Vrij gelijkaardig aan de nestvaren is de gestreepte varen (bot. Asplenium antiquum), die ook wel de nestvaren wordt genoemd, maar hij heeft dikkere en meer puntige bladeren. Deze soort, die inheems is in Oost-Azië, is nauw verwant aan en lijkt sterk op de inheemse tongvaren van het hert (bot. Asplenium scolopendrium). Deze kan ook als kamerplant gekweekt worden, net als de kweekvaren (bot. Asplenium bulbiferium).