Huis > O > Olijf - Oude Gecultiveerde Plant Met Een Grote Verscheidenheid Aan Variëteiten

Olijf - Oude gecultiveerde plant met een grote verscheidenheid aan variëteiten

De olijfboom wordt sinds het vierde millennium voor Christus verbouwd, zoals blijkt uit talrijke archeologische studies in het Middellandse Zeegebied. Het gewas was (en is nog steeds) van groot economisch belang voor de zeer verschillende regio's. Er wordt geschat dat er meer dan 1000 verschillende soorten olijven zijn, waarvan een groot aantal alleen lokaal wordt gedistribueerd - dat wil zeggen beperkt tot individuele dorpen.

Onderscheid tussen tafel- en olieolijven

In de regel worden olijven gedifferentieerd naar tafel en oliesoorten. Tafelolijven zijn bedoeld voor consumptie en hebben de kleinst mogelijke kern, terwijl oliesoorten geteeld worden voor een hoog oliegehalte. Alle soorten rijpen echter zwart af, de groene olijven worden pas geoogst voordat ze eindelijk rijp zijn. Olijven groeien overal in de Middellandse Zee, maar ook in Californië, Argentinië, Zuid-Afrika en Australië. De plant houdt van een droog, mediterraan klimaat, dat echter niet te koud of te warm mag zijn.

Spaanse soorten olijven

Spanje is verreweg de grootste olijvenproducent, alleen al uit deze regio zijn zo'n 200 tot 250 verschillende soorten olijven bekend.

De belangrijkste Spaanse variëteiten

  • Arbequina
  • Toeslag
  • Hojiblanca
  • Kamille
  • Picual

De belangrijkste eetbare olijven zijn onder meer Gordal-, Hojiblanca- en Manzanilla-olijven. Olievruchten van de "Gordal" -variëteit worden ook verkocht als "Queen-olijven" of "Jumbo-olijven" vanwege hun grootte en milde smaak. De manzanilla-olijven zijn ook erg groot, zoals hun naam ("kleine appel") aangeeft. Olijven van de variëteit “Hojiblanca” komen uit het zonovergoten Andalusië en mogen daar op geen enkel tapasbord ontbreken.

Italiaanse soorten olijven

Er is een nog grotere variëteit aan variëteiten in Italië dan in Spanje, waar naar schatting 440 verschillende olijven bekend zijn. Ze verschillen qua uiterlijk, grootte en smaak. Op Sicilië worden bijvoorbeeld "Frantoio", "Leccio" of "Cipressino" verbouwd. In de noordwestelijke Italiaanse kuststreek van Ligurië daarentegen is "Taggiasca" thuis. De variëteit wordt gekenmerkt door een fijne olijfgeur met een mild fruitaroma. De nasmaak van amandelen en pijnboompitten is ook mild. De olijvenrassen "Coratina" en "Ogliorola" komen uit de regio Apulië.

Griekse soorten olijven

Griekenland wordt niet alleen beschouwd als de bakermat van de democratie, maar ook als het land van herkomst van de gecultiveerde oliegewassen. Duizenden jaren geleden geloofde men dat de Sumeriërs de wilde olijven naar de Middellandse Zee brachten, terwijl de Grieken de olievruchten verbouwden tot een hoogproductief gewas. Zelfs vandaag de dag staan ​​er alleen al op het eiland Kreta ongeveer 20 miljoen olijfbomen. Populaire Griekse olijfvariëteiten zijn de zeer aromatische Kalamata, Konservolia en de Koroneiki-olie, waarvan de olie een delicate, harmonieuze geur en een licht citroenaroma heeft.

Andere teeltgebieden

De olie van het type "Cailletier" komt uit Zuid-Frankrijk en de olie heeft een frisse, fijne nootachtige smaak. Net als “Aglandou” is het zelfbevruchtend. “Aglandou” verdraagt ​​overigens zeer goed lichte vorst. De rassen "Edremit" en "Gemlik", die voornamelijk tot olie worden verwerkt, komen uit Turkije. Andere olijvensoorten komen uit Noord-Afrika, waarbij met name Tunesië een van de grootste producenten buiten de Europese Unie is, uit Kroatië, Syrië en Israël. De plantages buiten het Middellandse Zeegebied zijn niet hun eigen variëteiten, maar louter export.

Tips & trucs

Naast de vermelde olie en eetbare olijven zijn er ook tal van wilde soorten en ondersoorten. De wilde olijfboom, ook wel oleaster genoemd (Olea europaea ssp. Sylvestris), is bijzonder geschikt voor het kweken van een bonsai-olijf. Deze boom of struik heeft een schilderachtige, knoestige uitstraling.

Door Albric Deshler

Wintertent - een kleine koopgids :: Krautfäule erkennen und behandeln