Ridderspoor - Terugsnoeien verlengt de bloeitijd
De verschillende ridderspoorhybriden verfraaien elke tuin met hun hoge, meestal blauw of wit bloeiende bloemkaarsen. De weelderige pracht kan zelfs een tweede keer naar buiten worden gelokt door na de bloei voorzichtig te snoeien.
De meeste soorten ridderspoor bloeien in juni / juliDelphinium is een zomerbloeier
Riddersporen zijn uiterst veelzijdige planten, getuige de circa 5000 verschillende geregistreerde soorten. Het grote aantal bewijst dat blauw niet saai hoeft te zijn, maar heel verschillende tinten en variaties heeft. Er zijn ook delphiniumvariëteiten die niet alleen blauw, paars of wit bloeien, maar ook rode, gele of roze variaties. Wat ze echter allemaal gemeen hebben, is dat ze hun magische pracht in de vroege zomer ontvouwen - meestal tussen juni en juli.
Verleng de bloeitijd door te snoeien
Het is gewoon jammer dat elke bloesem kortstondig is. Dit geldt ook voor het ridderspoor, dat van midden tot eind juli zijn follikels ontwikkelt met talrijke zaden. Wil je geen zaadjes krijgen, knip dan alle dode scheuten af tot ongeveer 20 centimeter boven de grond. Vervolgens investeert de vaste plant zijn energie in nieuwe bloemen in plaats van de vorming van zaden, die meestal verschijnen vanaf eind augustus / begin september. De tweede bloei van het delphinium is tussen september en oktober te bewonderen, maar is niet zo overvloedig als de eerste zomerbloei.
Zaden verzamelen
Leeuweriksporen zijn heel gemakkelijk te vermeerderen uit zaden die je zelf hebt verzameld en die in de herfst gemakkelijk uit de rijpe follikels kunnen worden gehaald. Maar wees voorzichtig, want alle delen van de plant - en vooral de zaden! - zijn zeer giftig en moeten daarom buiten het bereik van kinderen en dieren worden gehouden. Overigens hoef je de zaden niet per se te verzamelen, aangezien het delphinium zeer betrouwbaar is in het zaaien zelf.
Tips & trucs
Als je zelf ridderspoor wilt kweken uit zaden, let dan goed op tot welke soort de moederplant behoort. Vooral F1-hybriden zijn slecht geschikt voor zaadproductie, omdat hun nakomelingen altijd totaal andere eigenschappen hebben dan de moederplant.