De doornappel: voortplanting gemakkelijk gemaakt
De verschillende, bijna wereldwijd voorkomende variëteiten van de doornappel (genus Datura) worden soms verward met de even populaire engelentrompetten (genus Brugmansia) vanwege de gelijk uitziende bloemen. De doornappel is echter een eenjarige en niet winterharde plant, terwijl de engelentrompet onder geschikte omstandigheden overwinterd kan worden.
De doornappel kan het beste worden vermeerderd via zadenElk jaar hetzelfde spel
De doornappel is een kortlevende plant en groeit kruidachtig tot bossig, in totaal worden verschillende soorten tussen de 0,2 en maximaal 2 meter hoog. Overwintering is niet mogelijk voor de doornappel omdat zijn levenscyclus puur gebaseerd is op de jaarlijkse groei uit zaden. Aan de andere kant groeien exemplaren die op een goede locatie zijn geplant ook snel en betrouwbaar als ze voldoende voedingsstoffen, licht en water beschikbaar hebben. De individuele kelkbloemen, die bij voorkeur 's nachts open zijn, verrukken de tuinman slechts één of twee dagen tijdens de bloeiperiode van juli tot oktober, maar de later gevormde zaaddozen zijn ook de moeite van het bekijken waard.
Oogst zelf zaden van de doornappel
Als je zelf kiembare zaden van de doornappel wilt oogsten om in het volgende jaar te zaaien, dan mag je de witte of paarse bloemen niet afsnijden of plukken nadat ze zijn verwelkt. De eerste groene zaaddozen vormen zich van de bevruchte bloemen, waarvan de stekels de naamgenoot waren van verschillende informele namen van het plantengeslacht. Deze zaaddozen, die lijken op de vruchten van kastanjes, worden bruin als de zaden rijpen in de herfst en uiteindelijk barsten. Dan moeten de zaaddozen snel en voorzichtig worden verzameld en moeten de zaden een paar dagen op keukenpapier worden gedroogd voordat ze worden verpakt. Zorg ervoor dat ze veilig buiten het bereik van kinderen worden bewaard en zonder gevaar voor verwarring, aangezien de zaden, net als alle delen van de plant in de doornappel, zeer giftig zijn.
Zaai de doornappel correct
Bij direct buiten zaaien moet een tijd tussen april en juni worden gekozen en een locatie die zo open en zonnig mogelijk is. Vooruit gaan in de kamer is logisch vanaf februari en versnelt de kieming van de zaden, die optimaal kunnen ontkiemen bij 20 graden Celsius en voldoende vocht. Bij het uitplanten van de jonge planten moet met de volgende factoren rekening worden gehouden:
- De afstand tussen de planten moet ongeveer een meter bedragen
- Afstand tot de moestuin om gevaarlijke verwisselingen te voorkomen
- Doornappelplanten geven de voorkeur aan een goed doorlatend, voedselrijk substraat
Advies
Als de doornappel in een pot wordt gekweekt, is het essentieel om voor voldoende watergift en regelmatige bemesting te zorgen.