Rozemarijn houdt van een zonnige standplaats
Ook op onze breedtegraden is de aromatische rozemarijn (Rosmarinus officinalis), een groenblijvend kruid uit de muntfamilie, een van de meest populaire keukenkruiden. De plant, die oorspronkelijk uit de mediterrane streken komt, kan met weinig moeite zowel in de tuin als in de pot worden gekweekt.
Hoe zonniger, hoe beter
Rozemarijn is gewend aan veel zon en warmte uit zijn thuisland - daarom geeft hij de voorkeur aan een vergelijkbare locatie in de moestuin. Hoe zonniger en beschut de gekozen plek, hoe comfortabeler het aanvoelt. Met de juiste bodemgesteldheid groeit het kruid ook heel goed op gedeeltelijk beschaduwde maar lichte locaties. Je moet het niet alleen op een schaduwrijke plek cultiveren, daar zal het ziek worden en mogelijk omkomen. Een muur of een huismuur is het meest geschikt - deze bieden een zekere bescherming tegen slecht weer - op het zuiden of westen gericht. Rozemarijn is slechts gedeeltelijk winterhard.
Magere en droge grond
Naast een zonnige standplaats heeft de rozemarijnstruik ook de armste en best doorlatende grond nodig. De ideale rozemarijnaarde is los, zanderig en een beetje humusachtig met pH-waarden in het neutrale tot alkalische bereik. Een goed kalkgehalte zorgt ervoor dat het kruid zich thuis voelt, maar de grond mag nooit zuur of te leemachtig zijn. Zware grond is een goed reservoir met water, waar de rozemarijn helemaal niet van houdt - het geeft er de voorkeur aan dat het zo droog mogelijk is. Vooral wateroverlast zorgt ervoor dat de wortels gaan rotten en uiteindelijk de plant sterft. Het gedijt echter heel goed op stenen muren of in grindbedden.
Tips & trucs
In het kruidenbed voelt rozemarijn erg goed aan bij andere mediterrane kruiden zoals tijm, lavendel, salie of oregano. Deze hebben vergelijkbare wensen qua ligging en onderhoud en vullen elkaar daardoor perfect aan. Mosterd, radijs of koolzaad daarentegen zijn ongeschikte tuinburen.
IJA