Lariks - hoe de jaren het uiterlijk van de schors veranderen
Als je naar de stammen van een jonge en een oude lariks kijkt, zie je niet alleen de verwachte verschillen in hoogte en diameter. Ook de bekleding, de beschermende bast, heeft met de jaren aanzienlijke veranderingen ondergaan. Welke zijn dat?
Schors beschermt een stam tegen weer en ziekteTaak van de schors of schors
De bast beschermt de stam tegen schadelijke invloeden van buitenaf. Naarmate de boom groeit, moet ook de schors bestand zijn, zodat hij zijn functies goed kan blijven vervullen.
- het beschermt de boom tegen zon, wind en regen
- is bestand tegen wisselende temperaturen
- dient als verdediging tegen ongedierte en ziekteverwekkers
Opmerking:
De jonge lariks schors is een smakelijk wildvoer. Daarom heeft deze boomsoort vaak last van het bladeren in het bos als er bij het planten geen beschermende maatregelen worden genomen.
Schors van de lange scheuten
De bast van lange scheuten is direct na het ontkiemen fel gekleurd. De toon is het best te omschrijven als lichtgeel, met vaak ook een vleugje grijs. Pas in het derde jaar wordt de kleur donkerder tot helder grijs of zelfs helemaal zwart.
Jonge schors
De lariks vormt al heel vroeg een schors. Bij jonge bomen gaat dit in het begin nog erg vlot. Het heeft een groenachtige, soms grijsbruine kleur.
Alte Borke
De jonge schors, die in het begin erg dun is, wordt snel dikker.
- de bast wordt tot 10 cm dik
- het is onregelmatig schilferig
- doorkruist door diepe, roodbruine groeven
- Schubben pellen verticaal af
Siberische lariks
Terwijl de schors van de Japanse lariks grotendeels lijkt op de schors van een Europese lariks, verschilt de Siberische lariks gedeeltelijk.
- is in het begin grijsbruin en glad
- later slechts zwakjes geblaft
- op oudere leeftijd verschijnt er een diep gespleten schubschors
De Siberische lariks vormt een zeer dikke schors, die ongeveer 15% van de stamdiameter uitmaakt. Dit komt waarschijnlijk door de barre klimatologische omstandigheden in hun thuisland.
Lichte plekken
Een plaag in het bos die graag onder de schors van bomen ronddart, houdt niet op bij de lariks: de schorskever of de lariksschorskever.
De specht gaat op jacht naar de larven van dit ongedierte en slaat individuele schors af. Deze schilferende gebieden zien er van een afstand uit als lichtpuntjes.