Hoe de moestuin in de herfst bemesten
In de late herfst - dus midden tot eind oktober - is het juiste moment gekomen om indien nodig minerale meststoffen zoals kalk-, magnesium-, kalium- of fosfaatmeststoffen toe te dienen. In de regel is dit echter alleen nodig als uit een grondtest blijkt dat het kalium- of magnesiumgehalte of de pH-waarden te laag zijn. In dit geval worden langzaamwerkende meststoffen zoals potasmagnesia (patentpotas) en carbonaatalgen of dolomietkalk aanbevolen voor duurzame verbetering.
Minerale meststoffen kunnen tot eind oktober in de tuin worden gegevenWelke minerale meststoffen zijn er en hoe ze werken
Minerale meststoffen worden soms algemeen verdacht "kunstmest" of zelfs "slechte chemie" te zijn. Dat is niet waar, want de meeste voedingsstoffen zoals kalium of magnesium komen in de natuur voornamelijk of alleen in minerale vorm voor, dus als bestanddeel van gesteenten. Op deze manier worden de meeste grondstoffen voor minerale meststoffen gewonnen in de mijnbouw. Als ze alleen worden vermalen (bijvoorbeeld gemalen), ontwikkelen met name kalk- en kalimeststoffen hun werking slechts zeer langzaam, maar des te duurzamer. Om deze reden moeten dergelijke minerale meststoffen in de herfst worden toegepast, zodat ze hun effect in het volgende seizoen volledig kunnen ontwikkelen.
Fosfor
De mestvorm van fosfor is fosfaat (P2O5). Deze voedingsstof is erg belangrijk voor de bloem- en vruchtvorming, evenals voor wortelgroei en energiemetabolisme. Als er een tekort is, lijdt niet alleen de vruchtontwikkeling (en dus de oogst!): De planten blijven vaak klein, zien er vreemd stijf uit en de bladeren worden donker tot vuilgroen, soms ook roodachtig. Een teveel aan fosfor belemmert daarentegen de opname van andere nutriƫnten zoals stikstof, ijzer en zink en kan bij uitspoeling waterlichamen sterk vervuilen.
kalium
Kalium (K) wordt bemest als kaliumzout. Het speelt een zeer belangrijke rol bij de waterhuishouding en het transport van stoffen, versterkt het plantenweefsel en verhoogt de weerstand tegen koude en schadelijke ziekteverwekkers. Als er een tekort aan kalium is, worden de uiteinden en randen van de bladeren lichter en worden ze bruin, te beginnen met de oudere bladeren. Daarnaast krullen de bladeren vaak op, zien de planten er slap en verdord uit. Anderzijds belemmert een teveel aan kalium in de bodem de opname van magnesium en calcium.
Magnesium
Magnesium (Mg) is een belangrijk bestanddeel van bladgroen, bevordert de eiwitopbouw en andere stofwisselingsprocessen. Als er een tekort is, worden de oudere bladeren eerst geel, later bruinachtig; de bladnerven blijven echter groen. Een teveel aan magnesium in de bodem is zeer zeldzaam. Als het zich echter voordoet, kan het de opname van calcium belemmeren.
calcium
Calcium (Ca), het hoofdbestanddeel van kalk, is in de plant belangrijk voor de waterbalans en diverse stofwisselingsprocessen. Een direct calciumtekort (waarbij jonge bladeren geel worden en scheutjes afbreken) is zeer zeldzaam. Veel tuinders zijn echter bekend met bloesemrot op tomaten- en paprikavruchten, waarbij de vruchten een aanvankelijk waterige, later zwartbruine tot grijze vlek aan het uiteinde hebben. Iets soortgelijks kan gebeuren met courgette en pompoenen. De belangrijkste trigger hiervoor is een slechte calciumtoevoer - meestal niet vanwege een gebrek in de grond, maar omdat een ongelijkmatige watertoevoer of overmatige bemesting met andere voedingsstoffen (vooral stikstof) het transport van calcium naar de vruchten belemmert. Daarnaast is calcium, vooral in de vorm van kalk, belangrijk voor de pH-waarde van de bodem en voor de bodemstructuur.
Advies
Planten hebben sporenvoedingsstoffen zoals boor, ijzer, koper, mangaan, molybdeen en zink slechts in kleine hoeveelheden nodig, maar dit is net zo essentieel als de belangrijkste voedingsstoffen.