De appelboom en zijn belangrijkste eigenschappen
De meeste appelboomsoorten stellen geen bijzonder hoge eisen aan hun standplaats en de respectievelijke factoren zoals licht en weer. Aan de typische eigenschappen van de appelboom kan echter waardevolle kennis voor selectie en verzorging worden ontleend.
De juiste soort kiezen voor een locatie
Bij het kiezen van een nieuwe appelboom om te planten, zijn er veel opties voor u beschikbaar. De belangrijkste features zijn:
- De vorm van verfijning en daarmee de stamhoogte
- De appelvariëteit
- Weerstandseigenschappen tegen ziekten
- Weerstand tegen schimmelaanval
In een tuin omgeven door hoge heggen is het aan te raden een boom met een hoge stam te planten zodat het bladerdak goed geventileerd wordt door de wind en dus beschermd wordt tegen schimmelaanval.
Geen fruitsoort voor een grote oogst zonder zorg
Een appelboom is in feite een vrij ongecompliceerde fruitboom, maar vereist toch jaarlijkse interventies en onderhoudsmaatregelen voor vitaliteit en een rijke oogst. Dit omvat bijvoorbeeld een regelmatige snede in de wintermaanden van januari tot februari. Er moet niet alleen aandacht worden besteed aan de vorming van een lichte en luchtdoorlatende boomkroon, maar ook aan een stabiele uitlijning van de respectievelijke takken. Tijdens de zomersnoei kunnen fouten worden gecorrigeerd en kunnen scheuten die verticaal omhoog schieten worden afgesneden zodat de energie van de appelboom in de rijpende vruchten kan worden gericht.
Appelbomen houden niet van wateroverlast
Appelbomen kunnen in de zomer droge periodes van één of twee weken doorstaan. Aan de andere kant houden ze er ondanks hun vrij ondiepe wortels niet van als de grond permanent vochtig is. Bij het planten van de appelboom moet je eerst dieper graven en in depressies een drainagelaag creëren. Een te dichte boomkroon en een windbeschermde standplaats kan, zeker bij rassen die niet voldoende resistent zijn, tot echte meeldauwplagen leiden.
Tips & trucs
Oude appelrassen in een regio zijn vaak optimaal aangepast aan het betreffende microklimaat. Meestal kunt u bij fruittelers en de plaatselijke tuinbouwvereniging informeren naar dergelijke bijzonder geschikte rassen.