De juiste locatie voor de kruidentuin
Kruiden stellen soms heel andere eisen qua standplaats en bodem. Zon-hongerige en warmteminnende soorten houden meestal van arme bodems, anderen geven de voorkeur aan vochtige, humusrijke bodems en halfschaduw.
Mediterrane kruiden houden van zonnige locatiesElk kruid heeft verschillende voorkeuren
Mediterrane kruiden zoals salie, tijm, rozemarijn, wijnruit en lavendel houden van warmte, droogte en volle zon. Daarom krijgen ze de warmste en droogste plek in de tuin. Bovendien zijn deze soorten licht vorstgevoelig en dienen daarom een beetje beschermd te worden. Andere kruiden hebben daarentegen neutrale, humusrijke en verse grond nodig. Ze groeien het beste in een gemengde teelt in de tuinbed. Deze omvatten bijvoorbeeld karwijzaad, venkel, borage, goudsbloemen, mosterd, bonenkruid, peterselie en bieslook. Munt daarentegen houdt van vochtige bodems en halfschaduw. Subtropische soorten zoals citroengras, gember, basilicum of chili daarentegen hebben een lichte schaduw nodig, maar ook veel warmte. Ze kunnen het beste bewaard worden in een warme kas of serre.
Advies
Vooral lavas en engelwortel groeien uit tot enorme, schaduwrijke planten en hebben ook veel voedingsstoffen en vocht nodig. Ze kunnen het beste in hun eigen bed slapen.