Tuinbonen in de tuin: malse kern met dikke schaal
Tuinbonen, tuinbonen of veldbonen worden ook wel eens genoemd en zijn de laatste jaren een beetje vergeten in Duitse groentepleisters. Desalniettemin smaken de tuinbonen buitengewoon delicaat. Als je heel snel van de heerlijke pitten wilt genieten, moet je nu de - zo de Centraal-Duitse naam - hartige (want dikke en dikke) bonen in de grond doen.
De bloesem van de tuinboon is mooi om te zienAllereerst: de schil kan zeker niet gebruikt worden en is niet eetbaar. Na de oogst worden alleen de peulen opengebroken en worden de korrels binnenin losgemaakt. Dit is de reden waarom de vruchten die rijpen in het weelderige groen vanuit botanisch oogpunt geen deel uitmaken van de bonen, maar een soort wikkeplant zijn.
De soorten die uitstekend groeien op onze breedtegraden zijn onder meer de "Hangdown Grünkernig" en de "Dreifach Weiße". Degenen die het fruit liever donkerbruin hebben in de pot en op het bord: De "roodzadige" heeft niet alleen een uitstekende smaak, maar is ook heel gemakkelijk te bewaren als droge boon voor de winter.
Groeiende tuinbonen
De beste oogstresultaten worden behaald als de zaden al half januari in kleine potten worden gezaaid. De jonge planten kunnen vier weken later al het veld in en moeten zo worden geplaatst dat hun ballen bedekt zijn met aarde van minimaal twee centimeter diep. Bij direct zaaien buiten moet ervoor worden gezorgd dat de grond zo droog mogelijk is. De plantjes kunnen zich dan optimaal zes centimeter diep ontwikkelen met een afstand van een handbreedte elk. Tussen zaaien en oogsten moeten tuinbonenliefhebbers 75 tot 100 dagen geduld hebben, afhankelijk van het weer.
Voor betere eters: tuinbonen met parmaham
Hoewel het schillen relatief snel gebeurt met redelijk bekwame handen, hebben tuinbonen een vrij hoog aandeel afval. Als grove richtlijn kunt u bij twee kilo vers geoogste peulen rekenen op ongeveer 500 gram kant-en-klare pitten. Welk gerecht je ook kiest: door het hoge gehalte aan glucosiden worden de bonen in ieder geval geblancheerd, ook als ze deels rauw gegeten worden, bijvoorbeeld in de Italiaanse keuken. We kunnen ons receptidee aanbevelen, dat meerdere keren is uitgeprobeerd en getest en gegarandeerd zijn weg vindt naar de eettafel van het gezin zonder allergene stoffen.
Voor vier personen zijn de volgende ingrediënten nodig:
- 200 gram bonenpitten;
- 30 ml olijfolie;
- Twee eetlepels balsamicoazijn;
- Twee middelgrote tomaten;
- Een verse lente-ui;
- ca. 150 gram in dunne plakjes gesneden parmaham;
- Vier basilicumblaadjes plus peper en suiker naar smaak;
De voorbereiding op volgorde
1. De tuinbonen worden ongeveer vijf minuten geblancheerd in kokend gezouten water en daarna geblancheerd in ijswater. Na een verdere afkoeling worden de nu ietwat droge korrels afzonderlijk tussen wijsvinger en duim gedrukt totdat hun buitenhuid openbarst. Meng op het einde alle op deze manier verkregen zaden met de olijfolie, suiker, peper en azijn en laat het een paar minuten trekken.
2. Ondertussen worden de twee tomaten gebroeid, geblust en geschild voordat ze worden gehalveerd, ontpit en in kleinere blokjes gesneden. Maak de ui schoon, was hem en snijd hem in rolletjes. Spoel nu de basilicum af, dep ze droog met keukenpapier en snijd ze ook in kleinere plakjes.
3. Bijna klaar, want nu liggen de plakjes parmaham naast elkaar op de borden. Bonen, tomatenblokjes, basilicum en de uienrolletjes hoeven nu alleen nog door elkaar te worden gemengd en over de ham te worden verdeeld.
Als goed passend bijgerecht raden we aan om stokbroodjes vers uit de oven te serveren en we wensen je veel trek.